De druiven voor deze cuvée komen van het Haut Côtes de Beaune plateau boven Volnay, een wijngaard van 0,7 hectare rode klei op een ondergrond van kalk. De stokken zijn op leeftijd: geplant in 1959, 1965 en 1986. Ook hier de pure, directe stijl van Pierre Clair, ongefilterd en ongeklaard, niet gechaptaliseerd, eigen gisten en enkel een mespuntje (10 mg/L) sulfiet voor de stabiliteit.